Druk op enter om naar onze contactpagina te gaanDruk op enter om naar de hoofdinhoud te gaan
9 december 2024

Collaborations

The One Lady Show

responsive-image

Ze werkt samen met prestigieuze modehuizen. Beroemdheden zijn verliefd op haar ontwerpen. En alsof dat nog niet genoeg is, runt ze ook nog eens haar eigen accessoirebedrijf. Thomasine Barnekow heeft een unieke positie in de modewereld. We zijn een samenwerking met haar aangegaan om de grenzen van denim design nog verder te verleggen. Dat heeft geresulteerd in een couturecapsule en een exclusieve prêt-à-porter-handschoen, die nu te koop zijn.

Thomasine Barnekow groeide op op het Zweedse platteland, studeerde in Nederland en opende haar boetiek in Parijs. Ze heeft in haar leven al veel van de wereld gezien en ontdekt. Dit heeft waarschijnlijk een grote rol gespeeld in de ontwikkeling van haar unieke visie op handschoenontwerp. Een visie die ervoor zorgde dat haar artistieke carrière in een stroomversnelling raakte.

Barnekow ontwerpt sinds 2008 voor gerenommeerde modehuizen als Schiaparelli, Mugler en Maison Margiela. En haar ontwerpen schitteren aan de handen van onder andere Beyoncé, Margot Robbie en Kim Kardashian. Hoewel ze de groten der aarde tot haar klantenkring mag rekenen, is ze nog altijd heel bescheiden en nuchter. Barnekow woont met haar gezin boven haar eigen boetiek in hartje Parijs, de hoofdstad van de haute couture. Ze omschrijft haar huidige leven als 'een soort sprookje'. Met klanten vlak om de hoek en haar werk slechts een paar trappen naar beneden, kunnen we haar daar geen ongelijk in geven.
responsive-image
Hoe is je merk Thomasine ontstaan?

Ik wilde studeren aan de Design Academy Eindhoven, omdat ik industrieel ontwerper wilde worden. Dat liep even anders en ik studeerde af als textielontwerper. Een van mijn projecten was het ontwerpen van een handschoenencollectie. En de rest is geschiedenis. Maar ik had toen nooit kunnen bedenken dat ik dat tot op de dag van vandaag zou blijven doen. Na mijn studie deed ik mee aan een Italiaanse mode-ontwerpwedstrijd en kreeg ik een aanbod om te gaan werken voor een handschoenenbedrijf in Parijs. Mijn eerste collectie was compleet anders dan wat ze zelf tot dan toe hadden ontworpen. Dus besloten we om mijn collectie een eigen naam te geven en dat was “Thomasine”. En zo is het begonnen. Een paar jaar later besloot ik verder te gaan met mijn eigen merk en zelf de productie op te starten.
responsive-image
responsive-image
Van het een kwam dus het ander. Geloof je in het lot?

Oh absoluut. Het is natuurlijk hard werken, maar als je voor alles open blijft staan, komen er vanzelf dingen op je pad. Ga nooit dingen uit de weg. Ga er gewoon voor.

Je bent opgegroeid in Zweden. Heeft dat invloed gehad op je werk?

Mijn jeugd heb ik doorgebracht op het platteland in het zuiden van Zweden en de oudere dames op de boerderij hebben mij vanaf mijn vijfde met de hand leren naaien. Maar het vak van ontwerper werd daar nooit gezien als echt beroep. Ik denk dat ik als ik in Stockholm was gaan studeren nooit af zou zijn gekomen van het imago plattelandsmeisje. Doordat ik naar Nederland ben gegaan, leerde ik mezelf beter kennen, waren er geen vooroordelen en ontwikkelde ik sneller een eigen identiteit. Daarbij komt dat Nederlanders ruimdenkend zijn als het gaat om kunstenaars en het beroep van ontwerper wordt voor vol aangezien.

Hoe heeft de wereld van de handschoenen zich, sinds je begonnen bent, ontwikkeld?

Nou, hoeden, tassen en schoenen werden al tientallen jaren steeds belangrijker voor bedrijven, terwijl handschoenen steeds verder naar de achtergrond verdwenen. Toen ik in 2008 begon, waren ze echt een vergeten accessoire. Er was zelfs een tijd waarin er op foto's of in modeshows geen enkele handschoen te zien was. Maar nu, vijftien jaar later, is er veel veranderd. Je ziet ze weer steeds meer. Al is het maar een simpele handschoen op een foto, mensen zien wel handschoenen aan handen en dat is natuurlijk altijd positief.

“Ik probeer altijd handschoenen te ontwerpen voor de nieuwe generatie. Ervoor te zorgen dat ze meer worden gezien als pronkstuk. Mensen te prikkelen door gebruik te maken van verschillende materialen, zodat de handschoen loskomt van het traditionele muffe imago.”


responsive-image
responsive-image
Wat is de reden dat je in zo'n niche blijft werken?

Ik probeer altijd handschoenen te ontwerpen voor de nieuwe generatie. Ervoor te zorgen dat ze meer worden gezien als pronkstuk. Mensen te prikkelen door gebruik te maken van verschillende materialen, zodat de handschoen loskomt van het traditionele muffe imago. Ik zie mijn coutureprojecten als mijn gedichten, ze vertellen een verhaal. Als ik een kunstwerk kan maken waardoor mensen stil blijven staan en blijven kijken, ik ze kan laten inzien dat handschoenen zo veel meer zijn ... Zelfs als ze uiteindelijk besluiten om de zwarte variant te kopen, is dat voor mij goed. Ik heb ze er dan toch over laten nadenken. En dat is waar ik het voor doe en altijd voor heb gedaan.

Je hebt al met veel beroemde modehuizen samengewerkt. Maar het is ooit begonnen met Walter Van Beirendonck. Hoe kwam dat zo?

Ik kende Walter en zijn invloed op de mode. Maar ik had hem nog nooit persoonlijk ontmoet. Toen ik een keer in Parijs was, kwam hij op een dag toevallig naast me zitten in de trein. We zaten als sardientjes in een blik en konden geen kant op. Dus ik greep mijn kans en zei: “Hoi, ik ben Thomasine. Ik ken jou, Walter.” Ik gaf hem mijn visitekaartje en een maand later nam hij contact met mij op.

Nog een speling van het lot. Op welke manier werkten jullie samen?

Hij speelde met het idee om handschoenen op te nemen in zijn collectie en vroeg of ik hem daarmee kon helpen. Dat werd mijn eerste couturesamenwerking met hem. En hij is een geweldig ontwerper om mee te werken. Enorm gestructureerd, weet wat hij wil, maar heeft ook veel waardering voor degene met wie hij werkt. En hij is niet vies van het verleggen van grenzen. Dat maakt het leuk. Na deze samenwerking besefte ik dat ik couture kon gaan ontwerpen in Parijs. En dat ik degene ben die topstukken kan ontwerpen voor wie met mij wil samenwerken.
Hoe vond je het om met G-STAR samen te weken?

Ik vind het geweldig hoe G-STAR artistieke samenwerkingen aangaat en hoe ze daarop inzetten. Het is leuk om een hoofdstuk te mogen zijn in dat verhaal. Ik kreeg de vrijheid om met hun materialen iets te creëren dat helemaal van mij was; drie haute couture-ontwerpen en een uniseks prêt-à-porter-handschoen. Ik wilde iets maken dat opvalt. Dus de prêt-à-porter-handschoen werd meer couture en de couturestukken werden nóg artistieker.

En hoe beviel het werken met denim?

Het is echt geweldig materiaal. Voor mij is stretch in een handschoen het belangrijkste, omdat je hand steeds van vorm verandert. Dat is wel een uitdaging met raw denim, maar dan kun je de stretch wel ergens anders toevoegen. Daarom heb ik gekozen om ook te werken met zacht lamsleer en ritsen. Dat zorgt voor de flexibiliteit in het ontwerp.

“Ik werk niet met trends en ik ontwerp ook niet elk jaar een nieuwe collectie. Het gaat mij om het ontwerpen van items waar je verliefd op wordt en die je voor de komende tien jaar wil gebruiken of door wil geven aan iemand anders.”

Jouw motto is “Gloves are like soft jewelry”. Welke betekenis zit daarachter?

Dat is echt mijn uitgangspunt. Hoe ik de handschoen zie. Het draait om het leer, een exclusief materiaal. Leer komt van een dier, dus moet je er naar mijn mening iets nuttigs van maken dat een leven lang meegaat en niet zomaar het materiaal verspillen. En het gaat om het creëren van een tijdloos ontwerp dat voelt als een modern sieraad als je het draagt. Ik werk niet met trends en ik ontwerp ook niet elk jaar een nieuwe collectie. Het gaat mij om het ontwerpen van items waar je verliefd op wordt en die je voor de komende tien jaar wil gebruiken of door wil geven aan iemand anders.

Tot slot, waar hou je het meest van in je werk?

De vrijheid. Ik ben mijn eigen baas. Ik bepaal mijn eigen regels. Dat is soms heel moeilijk, maar ik kies wanneer ik werk (en dat is vaak, veel, overdag en 's nachts) en met wie ik werk. Als ik ergens naartoe wil, dan doe ik dat. Als ik mijn winkel wil sluiten, dan doe ik dat. In hou ook van het ondernemer zijn en het langzaam verder uitbreiden van mijn bedrijf. Wat mij fascineert, is de uitdaging om naast het zijn van kunstenaar mijn onderneming winstgevend te laten zijn. Het zijn twee heel verschillende kanten, maar ik heb het bedrijf in m'n eentje opgebouwd. Het is een echte one lady show.