Druk op enter om naar onze contactpagina te gaanDruk op enter om naar de hoofdinhoud te gaan
3 september 2025

Art

Waar Kunst Zit

Caroline Chao standing next to a metal table with a bunch of fabric on it
De oorspronkelijk tot architect opgeleide Chao speelt met de ruimte tussen de torenhoge wolkenkrabbers en intieme interieurs van New York. Ze zoekt, wars van de afstandelijkheid van massieve bouwwerken, haar toevlucht in kleinere, persoonlijkere voorwerpen. Stoelen, spiegels, tafels en meer. Ze is bijzonder intellectueel en ongekend conceptueel. En benadert haar werk vanuit een bijna onuitputtelijke bron van kennis en met een enorm oog voor detail.
Het gaat niet alleen om vorm en functie; de ontwerpen van Chao verkennen de dynamische relatie tussen de mens en zijn omgeving. Wat haar drijft, is de zoektocht naar het uitdagen van gevestigde denkbeelden.. Of dat nu letterlijk is door het gebruik van spiegels of meer figuurlijk via een stoel. Chao studeerde onder meer Architecture aan Harvard en de University of Pennsylvania en is de belichaming van de balans tussen artistieke intuïtie en gedegen onderzoek. Deze dualiteit is heel goed terug te zien in The Roll-Up Chair die ze voor ons heeft gemaakt. Een modulair opiniestuk dat is gestoeld op het utilitaire erfgoed van denim en militaire en kampeeruitrusting. En op de compacte New Yorkse interieurs. De plek waar de kunstenaar tegenwoordig woont en werkt. Onze visie op esthetische utiliteit is op een fantastische manier gevangen in dit functionele kunstwerk. Onlangs spraken we Chao en hebben we het gehad over denim, de gecompliceerdheid ervan en over de vraag: ‘Waarom is meubilair niet op te vouwen net als kleding?’
Caroline Chao in a black shirt and jacket standing against a wall
Je hebt een aantal indrukwekkende opleidingen afgerond. Wat trok je in eerste instantie zo aan in architectuur en hoe heeft zich dat verder ontwikkeld?

Mijn creatieve reis begon eigenlijk in de beeldende kunst. En niet veel later ontdekte ik mijn liefde voor de architectuur. Ik hield van de artistieke kant, maar ik wilde dat heel graag combineren met functionaliteit. Een carrière als architect was geboren en ik werkte aan grote gebouwen en wolkenkrabbers. Maar na verloop van tijd besefte ik dat ik meer mijn ei kwijt kon in kleinere, persoonlijkere projecten. Dus besloot ik terug te gaan naar de schoolbanken en ben ik de ruimte tussen architectuur en objectontwerp gaan verkennen. Die schaal, waar we als mens de meest directe interactie hebben, vind ik fascinerend. In tegenstelling tot wolkenkrabbers, die we van een afstand ervaren, zijn objecten als meubels, interieurs of kleine gebouwen tastbaar en intiem. Ze maken op een persoonlijk niveau contact met mensen.

Hoe is je liefde voor de beeldende kunst ontstaan?

Ik hou van design. Als je jong bent en nog weinig afweet van deze wereld, dan weet je niet altijd goed waar je je precies zo aangetrokken tot voelt. Je weet alleen dat je van kunst houdt. Van een bepaalde esthetiek. In de loop van de jaren ben ik gaan beseffen dat ik echt van design houd. En niet alléén architectuur, of alléén meubilair – het is juist het snijvlak waar ik warm van word, het feit dat ik beide kan onderzoeken. Ik houd ervan om voorwerpen en ruimtes te ontwerpen die mensen aanzetten om anders over dingen na te gaan denken. Eén en hetzelfde voorwerp kan, afhankelijk van wie het ervaart, compleet verschillende reacties oproepen. En dat intrigeert me. Ik heb heel erg geïnteresseerd in het concept perceptie. En hoe design onze aannames op de proef kan stellen. Hoe kunnen we ruimtes en voorwerpen creëren die tarten met de grenzen van het bekende of wat we denken te weten? Kunnen we bijvoorbeeld een stoel in een ander licht bekijken?

Je werk is heel conceptueel. Kun je ons wat meer vertellen over hoe het idee voor deze stoel tot stand is gekomen?

Ik las een boek over voorwerpen die ontworpen zijn om in en uit elkaar te halen. En toen gingen mijn gedachtes plots richting kampeermeubilair. Het valt een beetje in dezelfde categorie als de uitrusting die ze in het leger gebruiken. Lichtgewicht, draagbaar en functioneel. Daarin zag ik een interessante parallel met denim: ooit bedoeld als workwear en nu een fashionstatement. Ik vroeg me af of kampeermeubilair, waar men niet vaak bij stilstaat en dat vaak saai wordt gevonden, ook zouden kunnen dienen als kunst. Volgens mij brengt dat de discussie aan het rollen over wat meubilair vandaag de dag zou kunnen zijn. Als je in een stad als New York woont, dan ben je continu op zoek naar ruimte. En het creëren van modulaire meubels kan dan heel goed van pas komen. We verplaatsen en verschepen heel de dag door goederen. Dus de mogelijkheid om meubels te kunnen (de)monteren, voelt relevanter dan ooit.
Caroline Chao is folding a piece of fabric on a table
a picture of a picture of a bunch of different types of fabric
De stoel heeft gevoerde denim rollen – hoe ben je tot deze designkeuze gekomen?

De rugleuning en zitting zijn geïnspireerd op kampeerspullen. Vooral op die zelfopblaasbare slaapmatjes die je op kunt rollen en aan je rugzak kunt hangen. Maar voor dit project zie ik de stoel meer als een opiniestuk, iets om over na te denken. Ik wil dat we onze blik op meubilair verruimen. Het frame is gemaakt van stalen buizen, waarbij ik me heb laten inspireren door industriële materialen als bevestigingsmiddelen, leidingen en geprefabriceerde leuningdelen. Elk onderdeel komt oorspronkelijk heel ergens anders vandaan. Iets dat je niet zo snel verwacht bij een stoel. Ik heb mijn idee voor de gestoffeerde rollen, die ook uitgerold kunnen worden, vooral gekregen door te kijken naar slaapzakken en slaapmatjes. Items die in theorie zelf ook al als zitting zouden kunnen functioneren. Dat ik gebruik heb kunnen maken van G-STAR denim voegt nog een extra, unieke laag toe. Ik voelde heel erg de behoefte om de rijke historie van de utilitaire mode te verwerken. Als klap op de vuurpijl kan de stoel volledig uit elkaar worden gehaald en worden opgehangen aan een muur. Net als dat je kleding op kunt hangen. De transformatie van functioneel voorwerp naar iets dat op kleding lijkt, was voor mij een heel interessant eindpunt.

De stoel zet echt aan tot nadenken, maar kun je er ook daadwerkelijk op zitten?

Absoluut. Ik vind functionaliteit altijd heel belangrijk. Dat geldt eigenlijk voor al mijn werken. Er is juist zelfs heel veel aandacht besteed aan de ergonomie van deze stoel. Wat ik me realiseerde toen ik deze puzzel probeerde te leggen, was dat je in basis alleen een rugleuning en een zitting nodig hebt. En zolang er over de ergonomie, proporties en plaatsing van deze twee onderdelen is nagedacht, dan wordt het lichaam op precies de goede plekken ondersteund. Natuurlijk heb ik ‘m niet ontworpen om er een hele werkdag op door te brengen, maar je kunt er wel degelijk op zitten. Ik denk dat mensen positief verrast zullen zijn hoe comfortabel de stoel is. Vooral gezien de sculpturale uitstraling.

Klinkt logisch. Je hebt ook gezegd dat je met leuningdelen hebt gewerkt. Waar haal je dat soort materialen vandaan?

Ik vind het leuk om materialen uit onverwachte hoeken te halen. Ik doe voor veel van mijn werken graag een beroep op allerlei industriële leveranciers. De stalen buizen voor het frame komen bijvoorbeeld van iemand die normaal gesproken (trap)leuningen maakt. Voor het prototype dat ik voor G-STAR maakte, gebruikte ik een elektriciteitsleiding die ik bij weer een andere industriële leverancier op de kop had getikt. Die had waarschijnlijk nog nooit eerder met een meubelontwerper samengewerkt, alleen met elektriciens en aannemers. Functionele kunst is eigenlijk altijd maatwerk. Zoiets kost natuurlijk veel energie en noeste arbeid om te maken. Daarom vraag ik me altijd af of ik niet iets kan creëren dat net zo speciaal en interessant is, maar dan van bestaande materialen. Bijvoorbeeld van bijproducten uit de bouw. Ik combineer graag onderdelen op meest onverwachte manieren. En zet daarmee mensen aan het denken over de manier waarop we omgaan met materialen die we vaak over het hoofd zien.
Caroline Chao kneeling on the floor with a sculpture in the background
Zeker. Die hebben hun eigen verhaal en geschiedenis en een heel verleden achter zich. En het is volgens mij heel duurzaam. Het hergebruiken van en een herbestemming geven aan bestaande spullen. Net als de deadstock denim die je hebt gebruikt ...

En de zilveren drukknopen die al eerder voor jeans zijn gebruikt. Die houden de voering op z’n plek.

In je andere werk gebruik je veel harde materialen. Op het eerste oog zie je direct het chroom, glas en metaal. Kun je uitleggen waarom je je daar zo toe aangetrokken voelt?

Ik denk dat dat te maken heeft met mijn interesse voor het verkennen van perceptie. Materiaal als glas en chroom weerspiegelt op verschillende manieren de omgeving, het reflecteert licht en je kunt er zelfs jezelf in zien. Dat voelde voor mij als het juiste medium om concepten als hoe we ruimtes, onszelf en onze aanwezigheid in die ruimte ervaren, te onderzoeken. Ik speel in veel van mijn werken met reflectie en met hoe het licht gedurende de dag verandert.

Wat vond je van het werken met denim? Was het heel anders dan je gewend bent?

Oh zeker. Ik heb weleens met meubelstoffen gewerkt, maar dit was voor mij de eerste keer dat ik denim heb gebruikt. Ik vond het een leuke en interessante uitdaging, omdat denim zich heel anders gedraagt dan zachtere materialen. Vooral voor deze stoel. Ik wilde dat die opgerold kon worden. Ik heb voor de zitting veertig meter lange stroken gebruikt. Je hebt voor een comfortabele diameter heel veel lengte nodig. Ik heb een heleboel prototypes gemaakt. Ik wilde zeker weten dat het denim goed opgerold kon worden en dat het niet op de verkeerde plekken zou opstropen. Denim reageert compleet anders dan alle andere stoffen waar ik tot nu toe mee heb gewerkt.

Dan is raw denim een nóg grotere uitdaging, zeker? Dat moet ook nog eens ingedragen worden. Het vormt zich pas na een tijdje naar het lichaam en vertoont persoonlijke slijtageplekken, wat ze in de denimcultuur ‘fades’ noemen.

Precies. En dat vond ik zo fascinerend. Zoals raw denim zich vormt naar de drager, vormt een gestoffeerde zitting zich naar de gebruiker. Ik ben heel benieuwd welke invloed tijd en gebruik gaan hebben op het uiterlijk van het denim en de stoffering. Ik vind de doorleefdheid van denim en de manier waarop dat gebeurt een van de interessantste eigenschappen van de stof.
A modular chair for The Art of Raw by Caroline Chao for G-Star
a roll of blue fabric with white stitching on it
Wat was je grootste uitdaging in dit project?

Dan zou ik zeggen dat dat het moeten uitvinden van dingen was. Dat was heel spannend en leuk, maar ook heel lastig. Het is altijd wel een uitdaging als je materialen wil gebruiken op manieren waar ze oorspronkelijk niet voor bedoeld zijn. Ik heb er heel veel tijd en moeite in gestoken. Vooral in het goed krijgen van de stoffering, de vulling en de ergonomie. Een andere grote uitdaging was het ontwerpen van een voorwerp dat uit elkaar kan worden gehaald. Als je niets wil lijmen of lassen, dan valt of staat alles met structurele en mechanische bevestigingsmiddelen. Het ontwerp moest stevig zijn, maar ook makkelijk te (de)monteren.

Is ergonomie ook altijd iets waar je rekening mee houdt in je werk?

Absoluut. Ergonomie komt op de eerste plaats als ik een stoel ontwerp. Waarom zou je het anders een stoel noemen? Zelfs als het meer een kunstwerk is. Ik vind dat het dan nog altijd functioneel moet zijn. Zitten is wat we als mens zowat het meeste doen. We zitten al duizenden jaren en zullen dat ook altijd blijven doen. Ons idee van wat ergonomisch is, is wél veranderd met de tijd. En dat intrigeert me. Hoewel ergonomie misschien niet in al mijn werk de hoogste prioriteit heeft, is het er wel altijd een onderdeel van.

Het is utilitaire kunst.

Precies.
two long blue fabrics hanging from a wall in a white room

DISCOVER MORE ARTICLES